In dit artikel wil ik luidop nadenken over oefenen bij de brandweer. Ik wil enkele kritische vragen stellen waar ik zelf het juiste antwoord niet op weet. Is er überhaupt een juist antwoord?
Vandaag anno 2020, terwijl ik dit artikel neerpen zijn de regels bij de brandweer omtrent oefenen vrij duidelijk. Alles werd in het KB Opleiding neergeschreven en er is geen ontkomen meer aan. Oefen tot je er bij neervalt! Stel dat ik brandweerman ambulancier ben, en daarnaast een gedreven chauffeur. Dan kom ik snel aan 80 tot 90 uur opleiding per jaar die ik moet volgen. Er is de jaarlijkse vorming DGH, er is permanente vorming, je moet dan nog uren voortgezette opleiding volgen en in veel posten komt daar ook nog eens een opleiding chauffeur bij. Kortom een hele boterham. Je zou het zowaar wel eens moe kunnen worden. Anderzijds, als ik enkel gedreven brandweerman ben, dan moet ik 48 uur per jaar oefenen. Gemiddeld 4 uur per maand. Ik denk dat, gezien onze soms zeer risicovolle opdrachten, 4 uur per maand oprecht weinig is om het omvangrijke pakket van kennen en kunnen van een brandweerman onder de knie te hebben. Als je in de lokale voetbalclub 4 uur per maand traint zullen de prestaties allicht niet indrukwekkend zijn.
Maar waarom houdt een deel collega’s niet van al dat oefenen? Het heeft uiteraard een enorme impact op ons sociaal leven. Men zegt wel eens: “Achter elke sterke brandweer m/v, staat een brave partner”. En dat klopt! Brandweerman zijn vraagt veel van je privéleven. Dit wordt gecounterd door onze partners in meerdere posten jaarlijks een Sint-Barbarafeest of een ander festijn aan te bieden. Een samenkomst waar die prachtige, begripvolle levensgezel veelal bob is. Ik vrees echter dat we de partners niet zullen sussen met een feestje dat onze frequente afwezigheid moet goed maken.
Daarom moeten we keuzes gaan maken. Naast thuis, zijn we ook graag bij vrienden, volgen we graag de Ronde van Vlaanderen, gaan we graag een pint pakken, doen karweitjes … Waarom komt dat “gaan oefenen” dan helemaal achteraan te staan en lijkt het ons de minst aantrekkelijke keuze? Waarom gaan we zo graag op stap met vrienden maar zullen we niet snel iets afzeggen voor een oefening, als het niet moet?
Hierbij denk ik dat oefenen gewoon leuker moet worden. Als instructeur moet je volgens mij telkens op zoek gaan naar originele manieren om je onderbouwde doelstellingen te behalen. Dit kan door oefeningen te maken die out of the box zijn, maar ook door aan het realistisch level te sleutelen. Want bij een echte brand moet alles wijken, iedereen aan de kant, elke afspraak op de schop. Eén van de oefeningtypes die hier op inspelen zijn de warme trainingen. Een groot deel houdt ervan om “naar de containers” te mogen. Warme trainingen leunen veel dichter aan bij de realiteit. Helaas kunnen we op post-niveau niet zomaar containers in brand gaan steken en er een hoop volk in zetten. We zullen dus voornamelijk moeten inzetten op out of the box thinking.
Je leerdoelen behalen en plezier afleveren, lijkt in eerste instantie een moeilijk te realiseren zaak. Het valt me echter op dat mensen die zich amuseren, veel meer opnemen. Er zit ergens wel een psychologisch aspect achter. De wetenschap is éénduidig over het feit dat iemand veel beter informatie opneemt en onthoudt, naarmate men meer hersendelen gaat stimuleren. Met hoe meer zintuigen men zaken waarneemt, des te meer de verschillende hersendelen verbindingen gaan maken en informatie gaan absorberen en opslaan. Dit kan een eventuele verklaring zijn voor mijn vermoeden.
De grote speler in dit alles is echter de motivatie van de cursisten. Het is aartsmoeilijk om de motivatie van mensen op te krikken. We moeten hen meer betrekken bij het opstellen van oefeningen. Welk onderwerp wil je oefenen? Hoe wil je dit oefenen? Dit zijn zaken die ons kunnen helpen om de deelnemers op onze hand te krijgen.
Ik geef een voorbeeld: oefening hefkussens. We kunnen dit eerst theoretisch gaan benaderen en alles uitleggen over de verhouding van luchtdruk ten opzichte van gewicht en oppervlakte om daarna in de kazerne even de wielen van een vrachtwagen van de grond te heffen. Eén persoon bedient de kussens, de rest kijkt toe en kan, indien de tijd het toelaat, ook nog even met de hendels en de knoppen van de bedieningsunit spelen. Zou het niet leuker worden als we bijvoorbeeld een grote houten plank op 4 hefkussens leggen? De plank is voorzien van een labyrint gemaakt van balkjes die erop gemonteerd zijn. Twee teams dienen een balletje van punt A naar punt B te brengen door de hefkussens nauwkeurig te bedienen op commando van de bevelvoerder. Het team dat dit het snelst doet, wint. Men leert op dat moment onder (gezonde) stress een hefkussen te bedienen, men ondervindt dat correcte commando’s en adequate communicatie met je bevelvoerder van cruciaal belang zijn. Men krijgt feeling met het bedienen aangezien men enorm veel zowel op als neer zal moeten bedienen. De deelnemers zullen op het einde van de opdracht hun knoppen of hendels blindelings kunnen bedienen. Kortom, enorm veel leerdoelen bereikt. Alles samen zal men ook een groot deel onthouden en kunnen toevoegen aan het referentiekader wanneer dit ooit nodig is op interventie. Om iets te automatiseren dien je het 500 keer na elkaar te doen, liet ik me vertellen. Je kan dus gaan stellen dat we de bediening bijna zullen automatiseren.
Hoe komt het dat iemand leuke zaken beter onthoudt dan “droge” theorie? Een oefening waar je oprecht gelachen hebt en alles van jezelf gegeven hebt, collega’s, blijft gewoon langer hangen. Een collega met vele jaren ervaring heeft er ondertussen honderden oefeningen opzitten. Daarvan zal hij er zich slechts enkele blijven herinneren. “De speciallekes” blijven plakken. Waarom dan niet zoeken naar manieren om er allemaal “speciallekes” van te maken?
Uiteraard is dit makkelijker gezegd dan gedaan. We moeten echter het warm water niet opnieuw uitvinden. Als we over de posten en zones heen met elkaar gaan praten over VTO, maar niet enkel beleidsmatig, dan kunnen we veel met elkaar delen. Elke post of zone heeft wel wat spraakmakende oefeningen in huis. Oefeningen waar op een onderbouwde manier plezier gemaakt wordt. Zo konden we in het verleden reeds kennismaken met het THV-parcours, de escaperoom onder adembescherming, het stabiliseren van een waterbekertje, het slangenbowlen, de holmatrojenga … Kortom een hele syllabus aan oefeningen die mensen volgens mij meer gaan motiveren.
De criticasters noemen het ongetwijfeld spelen. En dit is misschien terecht. Dit idee is enkel gebaseerd op zaken die ik vaststel in enkele posten en afleid uit de info die ik kon krijgen van een toffe psychologe. Alles kan dus gestoeld zijn op toeval, of geluk. Hierdoor kan ik verkeerd interpreteren dat het leuk en realistisch maken van oefeningen effect heeft op de gemoedstoestand van de collega’s, de hoeveelheid informatie die ze opnemen en finaal de doelstellingen die behaald worden. Het vraagt durf, een brede kijk, inspiratie en motivatie.
Aan het realisme gaan sleutelen gaat echter vaak gepaard met een prijskaartje. Dit in tijden waar de zones op hun financiële tandvlees zitten. Toch zijn zaken mogelijk. Zo kunnen de mensen van post Brugge en bij uitbereiding Zone1 stelselmatig beginnen kennis maken met de oefenunits. Oude versleten 20-voet zeecontainers die op een slede gemonteerd worden en zo verplaatsbaar zijn met een haakarmvoertuig. Door in de zijkant een deur te maken en aan de binnenkant een verschuifbare wand met deur, kan je de modules tegen elkaar zetten en zo verschillende combinaties maken. Wie heeft de laatste maanden de straalpijp bediend binnen in een ruimte met vordering, deuren, en meubels in de weg tijdens een oefening? Alle ingrediënten van een brand waren er aanwezig, met uitzondering van de hitte. Je collega’s komen namelijk op onbekend terrein dat afgesloten is en met kunstmatige rook gevuld. Iets wat je niet kan doen in de gang van de kazerne. Onze postoversten houden namelijk niet van natte plafonds!
Bovenstaande is een iets duurdere doch zeer interessante oefenmogelijkheid. Het kan ook stukken goedkoper waar een handige Harry uit de post, (elke post heeft er zo meerdere) een oud olievat voorziet van een tuinslangkoppeling en ergens halverwege een klein gat (lek). Hang er nog een zelf afgedrukt UN-nummer op en je hebt een perfect vloeistoflek als je de tuinslang aankoppelt. Alleen al het UN nummer vervangen, verandert je oefening volledig. Wil je hierin verder gaan, kan je werken zoals de collega’s van post Aalter. Hun handige Harry’s bouwden een oude gastank om met kranen en leidingen die kunnen lekken. Dit bracht hen alweer een stapje dichter bij realistisch oefenen.
Hierboven zijn enkele van de vele mogelijkheden aangehaald om misschien een verschil te maken op vlak van kwaliteit van oefeningen. Want laat ons eerlijk zijn, men verwacht veel van de brandweer! Laat ons er dan ook voor zorgen dat we klaar zijn voor elke situatie waar niemand anders klaar voor is. Het kan zowaar wel eens leuk worden om te oefenenen bovendien leren we op deze manier méér dan we zelf beseffen! Of kort samengevat: When practice meets fun!
Zonaal VTO coördinator brandbestrijding
Post Brugge Hulpverleningszone 1